1. Een cruise door Milford Sound 

Milford Sound, gelegen in het zuiden van Zuidereiland, wordt niet voor niks het achtste wereldwonder genoemd. De natuur is daar zo mooi, je kijkt echt je ogen uit. Je kan Milford Sound het beste bewonderen door een cruise te boeken. Een cruise boek je al vanaf 40 NZD wat echt helemaal niet duur is. Je kan kiezen om zelf richting Milford te rijden, of om met de bus te gaan. Aangezien ik de weg naar Milford Sound de mooiste weg van heel Nieuw-Zeeland vind, kan ik je aanraden om lekker zelf te rijden. Je kan dan lekker stoppen waar je wilt en verschillende korte hikes doen langs de weg. De cruise zelf duurt ongeveer 2 uur. Wij gingen met Go Orange, puur omdat dat de goedkoopste was op dat moment. Alle bedrijven varen dezelfde route, dus het maakt verder weinig uit.

Wat ook leuk is om te doen, als je nog wat tijd hebt voor je cruise door Milford Sound begint, is om naar het lookout punt te lopen. Dit kost je ongeveer vijf minuten en de korte klim begint bij de parkeerplaats. Een andere korte, maar leuke wandeling is de foreshore walk.

De cruise is trouwens ook mooi met slecht weer. Bij ons had het non stop geregend en zelfs gesneeuwd toen wij gingen en echt het was alsnog super mooi. Wij zijn wel later nog eens terug gegaan om de route naar Milford en de korte wandelingen met mooi weer te bekijken. Je ziet dan toch net wat meer.

2. Skippers Canyon 

Van te voren stond Skippers Canyon, gelegen vlakbij Queentown, niet op ons lijstje en eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord. Op Facebook kwam er een vraag over Skippers Road, de weg door Skippers Canyon en mijn interesse werd gewekt. Het bleek de gevaarlijkste weg van Nieuw-Zeeland te zijn en zelfs een van de gevaarlijkste ter wereld. Hoewel ik zeker wist dat wij er niet heen zouden gaan (want wie gaat er nou rijden over zo’n gevaarlijke weg?), bleef ik nieuwsgierig. Toen wij tijdens onze cruise door Doubtful Sound een Nederlander ontmoette die er heel enthousiast over was, wisten wij het zeker; hier moeten wij heen.

Wij zochten wat op internet en ontdekten dat je er gelukkig ook met een tour heen kon. Het was super duur, maar het was elke cent waard. Echt wat was dit gaaf. Met een 4WD van Nomad Safari’s, een gids en één ander stel gingen wij op pad. We reden over deze gevaarlijkste weg van Nieuw-Zeeland terwijl we genoten van de mooiste uitzichten ooit. Verder vertelden onze gids van alles over de historie achter de weg en de omgeving. Skippers Canyon was namelijk een plek vol met goud en was ooit super levendig. En vooral dat laatste kun je je nu nauwelijks voorstellen.

3. Ben Lomond

Een letterlijk hoogtepunt van Nieuw-Zeeland was het uitzicht vanaf de berg Ben Lomond. Ben Lomond is 1.748 meter hoog en vind je in de omgeving van Queenstown. Als je de top van de berg wilt bereiken moet je behoorlijk actief zijn, maar echt, het is het zo waard. Ben Lomond is een pittige wandeling van 6-8 uur die in Queenstown start. Hoewel het pad goed is, stijg je non stop en moet je aan het einde zelfs een beetje over rotsen klimmen. Het pad is soms behoorlijk stijl. Toch wil ik je niet ontmoedigen, want met een beetje doorzettingsvermogen is het goed te doen. En geloof me, de uitzichten zijn echt adembenemend mooi! Het staat niet voor niks tussen de hoogtepunten van Nieuw-Zeeland.

Begin je wandeling bij de tikitrail en klim in ongeveer 1 uur omhoog naar Bob’s Peak, vanaf hier heb je een geweldig uitzicht over Queenstown en de omgeving. Je kan dit deel van de wandeling overslaan door de gondola richting Bob’s Peak te nemen, zoals wij ook gewoon deden. Vanaf dat punt begint je wandeling naar Ben Lomond. Tot de Saddle stijgt het al behoorlijk, maar het deel vanaf de Saddle naar de Summit is pas echt pittig. Toch is het elke stap waard. Ik vond het het mooiste uitzicht dat ik heb gehad in heel Nieuw-Zeeland. En geloof me, daar hebben we heel veel mooie uitzichten gehad. Vanaf Bob’s peak kostte het mij 3 uur om naar de summit van Ben Lomond te lopen, in 1 uur en 20 minuten was ik terug.

4. Zwemmen met wilde dolfijnen in Kaikoura 

Ons eerste bezoek aan Kaikoura was eigenlijk een dieptepunt, wij hadden daar zoveel pech dat ik er serieus verdrietig van werd. Ik zag mijn kleine meisjesdroom om te zwemmen met wilde dolfijnen zo verpest worden. Het was totaal niet wat ik er van had verwacht. Ik kwam nauwelijks vooruit in de wilde zee en we lagen in het water met 2 dolfijnen en 16 andere zwemmers. Tja, ik heb geen dolfijn gezien dus.

Hoe kan het dan toch een hoogtepunt zijn? Nou, een maand later gingen wij terug. Eerst hadden wij bij het walvissen spotten al veel meer geluk dan de vorige keer. Dus vol goede moed stapten wij nogmaals op de boot om te zwemmen met dolfijnen. Na een uur varen hadden wij nog niks gezien en zakte de moed eigenlijk al in onze schoenen. Tot we ineens een enorme groep dolfijnen tegen kwamen. Het waren er minstens vijftig en echt, overal waar je keek sprongen dolfijnen uit het water. We moesten ons gelijk klaar maken om te zwemmen en hebben uiteindelijk drie keer tussen een enorme groep Dusky dolfijnen gezwommen. Dit keer was het precies zoals ik het had gehoopt. Het was zo geweldig mooi. De zee was kalm, overal om mij heen zwommen dolfijnen en speelde ze met je. Echt wauw, wat een ervaring!

5. Roy’s Peak

Een paar dagen na Ben Lomond deden mijn benen nog steeds pijn, maar toch besloot ik nog een hike te doen. Dit keer vanaf Wanaka. Samen met iemand die ik via Facebook ontmoette beklom ik Roy’s Peak. Het is een wandeling van 16 kilometer (return) en je doet er zo’n 4-6 uur over. In vergelijking met Ben Lomond is deze wandeling best simpel, maar hij vraagt nog steeds best wat van je. Roy’s peak is maar liefst 1.578 meter hoog en in totaal moet je 1200 meter stijgen. Je kan je dan ook best voorstellen dat dit pad behoorlijk omhoog loopt en er maar weinig rechte stukken zijn.

Als je de wandeling doet naar Roy’s Peak wordt het al snel geweldig mooi. De uitzichten zijn veel hetzelfde, maar het is zo mooi, dat ik het gewoon de hele weg super vond. Na een pittige wandeling kom je bij het bekende viewpoint waar iedereen exact dezelfde Instagram foto maakt. Er kan daar soms een rij staan. Bij ons stond er een bruid zo uitgebreid te poseren, dat ik ook die befaamde foto niet heb. Kan ik daar wakker van liggen? Nee, want het viewpoint is lang niet het mooiste punt van de wandeling. Veel mensen keren bij het viewpoint om, maar als je nog een ruim half uur doorloopt, kom je uit bij de top. Daar heb je een 360 graden uitzicht en geloof me, daar is het pas echt adembenemend mooi. De wandeling is pittig, maar het is het zo waard!

Let wel op, in november is deze wandeling een aantal weken gesloten. Je kan er dan voor kiezen om de wandeling richting Isthmus Peak te doen. De uitzichten schijnen gelijkwaardig te zijn en het is veel minder toeristisch en iets minder hoog. Bij ons was alleen de Isthmus Peak gesloten.

6. De omgeving van Mount Cook 

Het is onmogelijk om te kiezen wat nou een hoogtepunt is in de omgeving van Mount Cook,de hoogste berg van Nieuw-Zeeland,  aangezien letterlijk alles daar mooi is. De weg richting Mount Cook Village is adembenemend mooi. Je hebt uitzicht op de bergen uit de omgeving en natuurlijk op Mount Cook zelf. Elke tien meter wil je stoppen voor een foto en je blijft echt je ogen uitkijken. Verder is ook de Hooker Valley Track prachtig mooi en moet je die gewoon gedaan hebben. Het is trouwens ook een hele makkelijke wandeling. Verder is de Tasman Glacier geweldig om te zien en de wandeling daarheen is ook vrij simpel.

Bij Mount Cook vind je ook Lake Pukaki, een extreem blauw meer met uitzichten op de Mount Cook.

7. Bay of Islands 

Ik heb het tot nu toe alleen nog maar over het Zuidereiland gehad, maar ook het Noordereiland van Nieuw-Zeeland is geweldig. Ik heb in het zuiden soms zelfs heimwee gehad naar het noorden. Want hoewel je altijd hoort dat het Zuiden veel mooier is, lag mijn favoriete plek van de reis toch echt in het Noorden. Bay of Islands is echt een van de leukste plekken die wij in Nieuw-Zeeland bezocht hebben en ook echt de enige plek waar ik stiekem heimwee naar gehad heb. Wauw, wat is dit een fijne plek. Wat er zo fijn aan is kan ik je misschien niet eens goed omschrijven. Ik bedoel, het is mooi, heel mooi. Maar er is iets extra’s mee aan de hand en hoewel ik geen idee heb wat is dit gewoon een geweldige plek.

Wij maakten een boottocht en zagen prachtige stranden, eilanden en tientallen wilde dolfijnen. Verder maakten wij een uitstapje naar het adembenemende Cape Reinga en gingen wij op zoek naar mooie watervallen. Na vijf volle dagen reisden wij verder, maar ik denk dat ik mij er nog weken had kunnen vermaken.

8. De Tongariro Alpine Crossing

Het beste bewaar je altijd voor het laatste, want het grootste hoogtepunt van onze reis was toch wel de Tongariro Alpine Crossing. Deze wandeling kun je doen in Tongariro Nationaal Park, dat je vindt onder Taupo op het Noordereiland. De wandeling is 19,4 kilometer lang en start op 1150 meter hoogte. Je stijgt vervolgens naar 1886 meter hoogte en daalt weer naar 750 meter hoogte. De wandeling kost je 6-8 uur en is ronduit geweldig. Het is de meest afwisselende wandeling van Nieuw-Zeeland. Het ene moment sta je voor Mount Doom uit Lord of The Rings en even later loop je door de sneeuw. Nog even later bekijk je een prachtige krater en weer even later prachtige meren.

Wat deze wandeling leuk maakt naast de afwisseling is dat je bijna de hele wandeling lang de complete omgeving kunt zien. Wat niemand ons van te voren vertelde was dat je bij de meeste wandelingen in Nieuw-Zeeland behoorlijk lang door bossen loopt en daarom gewoon niks ziet. Bij de Tongariro Crossing (en bij Ben Lomond en Roy’s Peak) was dit niet het geval, heel fijn!

Volg ons op